Kaartspelletje voor 2 tot 6 spelers, bestaat uit 120 groentekaarten (tomaat, salade, paprika en bloemkool) en 8 taboe-groentekaarten (met kakkerlakken erop, telkens 2 per groentesoort).
Doel van het spel : de verdeelde kaarten zo snel mogelijk afleggen, waarbij telkens de groente moet benoemd worden.
Spelverloop: de spelers leggen elk om de beurt een kaart af op tafel en noemen de afgebeelde groente.
De speler moet steeds de waarheid zeggen, behalve:
1/indien de groente die hij wil leggen dezelfde is als de laatst afgelegde groente, moet hij liegen.
2/indien de groente op zijn kaart dezelfde is als de laatste uitspraak, dan moet de speler ook liegen!
3/indien de speler een taboe-groentekaart aflegt, moet hij steeds KAKKERLAK roepen!
4/indien de groente op zijn kaart dezelfde is als de zichtbare taboe-groentekaart, dan moet de speler ook liegen!
Wanneer een taboe-groentekaart gespeeld wordt, wordt de aflegstapel afgesloten en wordt een nieuwe aangemaakt, maar de de afgebeelde groente van de taboe-kaart mag niet meer genoemd worden. Wanneer er op de 2de stapel eveneens een taboe-groentekaart gelegd wordt, wordt de 1ste stapel weer in gebruik genomen en mag de groente van de taboe-kaart van stapel 1 weer genoemd worden omdat ze niet langer zichtbaar is.
Degene die als eerste al zijn kaarten kan afleggen, wint het spel.