Kaartspelletje, geschikt als ritueel voor het slapengaan, voor peuters en kleuters van 3 tot 6 jaar.
* Voorbereiding :
De speler haalt alles uit het doosje en legt een van de twee poppetjes (naar keuze) met de ogen open ("wakker") op het matrasje.
Het andere poppetje doet niet mee.
De spelleider schudt de kaarten goed en geeft het stapeltje aan de speler, met de plaatjes naar onderen.
* Spelverloop :
De speler draait één voor één de kaarten om.
De kaarten die hij omdraait geven aan hoeveel kusjes hij daarna zal krijgen, hoeveel liedjes er gezongen zullen worden, hoe vaak hij gekieteld zal worden, enz. Opgepast! Elke keer als hij een kaart met een
of meer zonnetjes omdraait, moet hij 1, 2 of 3 kaarten (al naargelang het aantal zonnetjes die op de kaart staan) van zijn stapeltje omgedraaide kaarten wegleggen.
Deze doen niet meer mee (de zonnetjeskaart wordt
ook weggelegd).
* Einde van het spel
Wanneer de speler de kaart met het kussen omdraait, legt hij deze onder het hoofd van het poppetje in het bedje. De kaart met de lakens moet op de beentjes gelegd worden en de kaart met de knuffel naast het
poppetje op of onder het laken.
Zodra deze 3 kaarten in het bedje liggen, houdt het spelletje op.
De speler geeft al zijn "gewonnen" kaarten aan de spelleider, die de kusjes moet geven, liedjes moet zingen, enz. die op elk van deze kaarten staan aangegeven (zie kaart met inhoudsopgave).
Wanneer het stapeltje "gewonnen" kaarten op is, wordt het poppetje in zijn bedje omgedraaid
("slapen").
Welterusten allebei!
